Inleiding / samenvatting deel A & B van het MPGA 2019

Grondexploitaties geven een financiële verwachting weer over meerdere jaren. Daarbij worden verschillende (onderbouwde) aannames gedaan. Er worden tevens verschillende scenario’s inzichtelijk gemaakt, om de financiële impact op de gemeentelijke financiën te bepalen.  In het MPGA 2020 zijn verschillende scenario’s opgenomen: realistisch (uitgangspunt voor het MPGA), een voorzichtiger scenario en 2 crisis-scenario’s (met name gericht op de mogelijk impact van een economische crisis) In de grondexploitaties wordt het realistische scenario doorgerekend. De andere scenario’s worden gebruikt om de financiële buffers in het weerstandsvermogen en/of op het concernniveau te vormen.
De programmering van het realistisch scenario is als volgt voor de eerste 5 jaar:

 
Voor een aanzienlijk deel van de woningbouw is er al sprake van contracten of reserveringsovereenkomsten. Verder zit in de programmering een relatief vaste onderstroom van onder meer projectmatige woningbouwontwikkeling en particulier opdrachtgeverschap.

Op hoofdlijnen is met de programmering van bedrijventerreinen ingezet op het vullen en afronden van bestaande bedrijventerreinen. Voor de komende vijf jaar heeft bedrijventerrein een gemiddelde uitgifteniveau van 17 hectare per jaar.

Het kantorenprogramma is voor de komende 4 jaar beperkt tot het kantorenprogramma dat deel uitmaakt van het onvoorwaardelijke deel van het contract met Amvest (Kustzone Duin) en enkele restkavels in bestaand stedelijk gebied met kleine volumes.

De programmering voor voorzieningen betreft zowel de maatschappelijke als de commerciële voorzieningen, zoals detailhandel, scholen en sportvoorzieningen.

De actualisatie van de grondexploitaties heeft plaatsgevonden voordat de coronacrisis ontstond. Daarmee is er in de cijfers en verwachtingen nog niet rekening gehouden met de economische en daarmee financiële effecten voor het grondbedrijf. Om toch een beeld te kunnen schetsen van de financiële effecten van een economische crisis, zijn voor het totaal van het grondbedrijf twee globale crisisscenario’s doorgerekend. In deze scenario’s is rekening gehouden met een forse terugval in grondverkoop, een stijgende rente en een daling van de grondprijzen. De twee scenario’s geven een indicatieve bandbreedte van de mogelijke consequenties, omdat op dit moment de economische effecten nog niet bekend zijn, maar in beide scenario’s zijn de effecten aanzienlijk. Een deel van deze effecten kan het grondbedrijf binnen de bestaande reserves opvangen, echter voor tientallen miljoenen zullen de algemene reserves van de gemeente aangewend moeten worden om de financiële consequenties op te vangen. Daarom is besloten om het resultaat van het grondbedrijf over het jaar 2019 van € 32 mln. vooralsnog niet af te dragen aan concern, maar binnen de reserves van het grondbedrijf te houden. De komende periode zal de economische impact waarschijnlijk meer inzichtelijk worden en kunnen de consequenties voor het grondbedrijf ook beter bepaald worden. Bij de Programmabegroting 2021 kan een beter beeld geschetst worden en kan besloten worden of het resultaat benodigd is voor het grondbedrijf of dat (een deel van) het resultaat alsnog dit jaar overgeheveld kan worden naar concern.